Oudere gedetineerden

Is de vergrijzing ook te merken in de criminaliteit en de gevangenispopulatie? Zowel bij de veroordeelden als geïnterneerden?

De toenemende vergrijzing wordt meestal geassocieerd met toenemende problemen van betaling en aangepaste zorg. Dit onderzoek heeft niet als bedoeling de positieve elementen van vergrijzing te belichten, maar richt zich op de vraag of deze vergrijzing ook te merken is in de criminaliteit en de gevangenispopulatie  en dit zowel bij de veroordeelden als geïnterneerden. Zal het aantal oudere gevangen stijgen naarmate de babyboomgeneratie veroudert en met welke consequenties? Impliceert dit dan nieuwe problemen op het vlak van de gezondheid, zorg en het algemene welbevinden? Welke spanningen kan dit als gevolg hebben tussen de gedetineerden onderling en met het penitentiair personeel? Gevangenissen zijn niet ontworpen met ouderen in gedachte. Wat is de situatie van gedetineerden in hun laatste of palliatieve levensfase en is het personeel op dit alles voorbereid? Detentie is een als straf opgelegde vrijheidsberoving; een juridische maatregel genomen ter bescherming van onze maatschappij met zeer ingrijpende gevolgen voor de persoon die hierdoor getroffen wordt. In welke mate beïnvloedt deze gesloten institutionele context het proces van veroudering?

Uiteindelijk is het voor de meeste gedetineerden wel de bedoeling dat ze na het uitzitten van hun straf terug aansluiting vinden in de maatschappij. Deze re-integratie is sowieso al niet evident. Hoe kan re-integratie plaats grijpen in een samenleving die in constante verandering is en waarvan men tijdelijk geen deel uitmaakt? Jongere ex-gedetineerden kunnen via arbeid, opleiding en hun familiale netwerk nieuwe kansen krijgen, maar wat betekent dit voor de oudere gedetineerden. Zijn de begeleidingsmethoden in een detentiecontext aangepast aan de oudere groep? Werkloze vijftigplusser vinden sowieso al zeer moeilijk werk, de kansen van oudere gedetineerden zullen op dat vlak quasi nihil zijn. Oudere gedetineerden hebben daarenboven ook een veel beperkter ondersteunend netwerk en soms is er zelfs niemand meer  waarop ze beroep kunnen doen. Betekent het verlaten van de gevangenis de terugkeer naar de straat of meteen richting woonzorgcentra? Alhoewel dit laatste ook geen vanzelfsprekendheid is wanneer rekening wordt gehouden met de wachtlijsten en de vereiste graad van hulpbehoevendheid. Welke methoden hanteren hulpverleners en begeleiders bij het werken met deze groep? Bezitten ze de noodzakelijke kennis en competenties om dit probleem op te vangen? In het versnipperde landschap van hulp- en dienstverlening bij vrijlating is re-integratie voor veel oudere ex-gedetineerden, met weinig kansen op de arbeidsmarkt geen evidentie.

Looptijd: 2013-2015

Onderzoekers: Hilde Maelstaf & Dries Claessens

Publicatie(s)

Download rapport
Referentie: Maelstaf, H. & Claessens, D. (2016). Oudere gedetineerden, onbekend en onbemind. Antwerpen: AP Hogeschool Antwerpen